Hydraulische terugslagklep YDF10-00 voor graafmachine
Details
Werktemperatuur:normale atmosferische temperatuur
Type (kanaallocatie):Rechtdoor typen
Type bijlage:schroefdraad
Onderdelen en accessoires:accessoire onderdeel
Stroomrichting:eenrichtingsverkeer
Type aandrijving:Hydraulische bediening
Drukomgeving:Gewone druk
Productintroductie
Het merkteken op de magneetklep geeft de voorkant "meerdere" aan. U moet de bedrijfsstatus van deze klep zien. Je kunt zeggen dat het er meerdere zijn. U zult het beter begrijpen als er een pneumatische zegelmarkering aanwezig is. Symbolisch betekent dit het vierkant van de olieprintplaat (met pijlsymbool of T-lijn). En de "meerdere schakels" achterin betekenen dat er meerdere punten op een vierkant zijn (het punt dat de pijlsymboollijn en de T-lijn kruist), wat meerdere schakels zijn. De betekenis van symboolafbeeldingen is over het algemeen als volgt:
1. Het werkende deel van de secundaire ontlastklep wordt weergegeven door vierkanten, en verschillende vierkanten vertegenwoordigen verschillende "posities";
2. Het pijlsymbool in het vak geeft aan dat de oliedoorgang zich in een aangesloten staat bevindt, maar de oriëntatie van het pijlsymbool geeft niet noodzakelijkerwijs de specifieke richting van vloeistof en vloeistof aan;
3. De gemarkeerde "T" of "T" in het vakje geeft aan dat het kanaal geblokkeerd is;
4. Als er meerdere stopcontacten op de buitenkant van de box zijn aangesloten, betekent dit meerdere "aansluitingen";
5. Fabrikanten van algemene cartridgekleppen gebruiken de letter P om de luchtinlaat/luchtinlaat aan te geven die is verbonden met het oliecircuit of de luchttoevoer die door de systeemsoftware wordt geleverd; De olie-/luchtretourpoort van de pomp die is aangesloten tussen de klep en het olieretourkanaal/luchttoevoer van de systeemsoftware wordt aangegeven met T (soms O); Het oliegat/luchtuitlaat dat de klep met de actuator verbindt, wordt aangegeven met ab. Soms geeft het plaatsen van L op de symboolafbeelding aan dat het oliegat lekt;
6. Hydraulische richtingskleppen hebben twee of meer werkposities, waarvan er één de genormaliseerde positie is, dat wil zeggen de positie waarin de klepkern niet wordt onderworpen aan regelkracht. De negatieve correlatie in de symboolafbeelding is de normalisatiepositie van de driestandenklep. De door de torsieveer gekalibreerde tweestandenklep neemt de kanaalsituatie in de kast dicht bij de torsieveer als normale positie. Bij het maken van het systeemschema dient de oliedoorgang/luchttoevoer doorgaans te worden aangesloten op de normalisatiestand van de hydraulische klep.