Graafmachineonderdelen PC300-5 PC400-5 Bedieningshoofdklep 709-90-52203 ontlastklep
Details
Afdichtingsmateriaal:Directe bewerking van het kleplichaam
Drukomgeving:gewone druk
Temperatuur omgeving:een
Optionele accessoires:klep lichaam
Type aandrijving:aangedreven
Toepasselijk medium:aardolieproducten
Aandachtspunten
Een ontlastklep voor graafmachines omvat een hefkop 11, een hoofdklepspoel 12, een hoofdklephuls 13, een stuurklepspoel 14, een drukregelveer 15 en een stuurklephuls. De hoofdklepspoel 12 is aangebracht binnen de hoofdklephuls 13, de hoofdklepspoel 12 is voorzien van een hefkop 11 en een stuurklephuls, en de stuurklephuls is voorzien van een stuurklepspoel 14. De stuurklephuls is een tweetraps gespleten structuur, bestaande uit een kleplichaam 16 en een klepdeksel 17, het kleplichaam weg van het klepdekseluiteinde is aangebracht in de hoofdklepkern, het kleplichaam nabij het klepdekseluiteinde bleek een te vormen naaf 18, waarbij de naaf in de hoofdklephuls is voorzien van een groef, vormen de twee klembegrenzingen de begrenzingsstructuur. Wanneer de structuur in gebruik is, is de hoofdklephuls 13 voorzien van een groef, omdat de stuurklephuls is verdeeld in twee delen, kleplichaam 16 en klepdeksel 17, en is het kleplichaam voorzien van een nok 18, die wordt gebruikt om bevestig het kleplichaam 16 radiaal en axiaal, de hoofdklepkern en de hefkop worden beurtelings in de hoofdklephuls gerangschikt, en het kleplichaam wordt tijdens de installatie eerst in de hoofdklepkernholte geplaatst. Vertrouw op de groeven op de hoofdklephuls om het kleplichaam axiaal en radiaal te beperken, en schroef vervolgens de klepdop in de hoofdklephuls en druk op het kleplichaam om het kleplichaam te bevestigen, waarna de ontlastklep normaal kan worden gebruikt.
1. Een ontlastklep voor een graafmachine omvat een hefkop (11), een hoofdklepspoel (12), een hoofdklephuls (13), een stuurklepspoel (14), een drukregelveer (15) en een stuurklephuls . De hoofdklepspoel (12) is aangebracht binnen de hoofdklephuls (13), en de hoofdklepspoel (12) is voorzien van een hefkop (11) en een stuurklephuls. De stuurklephuls is voorzien van een stuurklepkern (14), die wordt gekenmerkt doordat de stuurklephuls een tweetraps gespleten structuur is, bestaande uit een kleplichaam (16) en een klepdeksel (17). lichaam (16) weg van het kleppendeksel (17) één uiteinde is aangebracht in de hoofdklepkern (12). Het kleplichaam (16) nabij het kleppendeksel (17) - uiteinde is intern verbonden met de hoofdklephuls (13) ) via een beperkende structuur.
2. Volgens conclusie 1 wordt een ontlastklep voor een graafmachine gekenmerkt doordat het kleplichaam (16) nabij het uiteinde van het klepdeksel (17) naar buiten is gedraaid om een uitstulping (18) te vormen, en de uitstulping is voorzien van een groef aan de binnenkant. de hoofdklephuls (13) en de twee klembegrenzingen vormen de begrenzingsstructuur.
Het gebruiksmodel openbaart een ontlastklep voor een graafmachine, inclusief een hefkop, een hoofdklepkern, een hoofdklephuls, een stuurklepkern, een drukregelveer en een stuurklephuls. De hoofdklepkern is in de hoofdklep aangebracht. klephuls, de hoofdklepkern is voorzien van een hefkop en een stuurklephuls, de stuurklephuls is voorzien van een stuurklepkern, die wordt gekenmerkt doordat de stuurklephuls een tweetraps gespleten structuur is. Samengesteld uit een kleplichaam en een klepdeksel, is het kleplichaam weg van het uiteinde van het klepdeksel aangebracht in de hoofdklepkern, het kleplichaam dichtbij het uiteinde van het klepdeksel door de begrenzingsstructuur en de interne verbinding van de hoofdklephuls. Het gebruiksmodel verdeelt de stuurklephuls in een kleplichaam en een klepdeksel, waardoor de lengte van de binnenholte van de stuurklephuls wordt verkleind, waardoor de verwerkingsnauwkeurigheid van het contactgedeelte tussen de stuurklephuls en de stuurklepkern wordt verbeterd. en daardoor de stabiliteit van de ontlastklep verbeteren.