Druksensor 89448-34020 voor Toyota auto-onderdelen
Productintroductie
1. Communicatie op afstand
Stroom (4 tot 20 mA) is de geprefereerde analoge interface bij het verzenden van informatie over een lange afstand. Dit komt omdat de uitgangsspanning gevoeliger is voor ruisinterferentie en het signaal zelf wordt verzwakt door kabelweerstand. De stroomuitvoer is echter bestand tegen lange afstanden en levert volledige en nauwkeurige drukmetingen van de zender naar het data-acquisitiesysteem.
2. Robuustheid tegen RF-interferentie
Kabellijnen zijn kwetsbaar voor elektromagnetische (EMI)/radiofrequentie (RFI)/elektrostatische (ESD) interferentie van aangrenzende kabels en leidingen. Deze onnodige elektrische ruis zal ernstige schade veroorzaken aan signalen met hoge impedantie, zoals spanningssignalen. Dit probleem kan eenvoudig worden ondervangen door signalen met lage impedantie en hoge stroomsterkte te gebruiken, zoals 4-20 mA.
3, probleemoplossing
Het 4-20 mA-signaal heeft een uitgang van 4 mA en de drukwaarde is nul. Dit betekent in wezen dat het signaal een "live nul" heeft, dus zelfs als de drukwaarde nul is, zal het 4 mA stroom verbruiken. Als het signaal zakt naar 0 mA, kan deze functie de gebruiker een duidelijke indicatie geven van een leesfout of signaalverlies. Dit kan niet worden bereikt in het geval van spanningssignalen, die gewoonlijk variëren van 0-5 V of 0-10 V, waarbij een uitgang van 0 V nuldruk aangeeft.
4. Signaalisolatie
Het uitgangssignaal van 4-20 mA is een stroomsignaal met lage impedantie, en aarding aan beide uiteinden (verzenden en ontvangen) kan leiden tot een aardlus, wat resulteert in een onnauwkeurig signaal. Om dit te voorkomen moet elke 4-20 mA-sensorleiding goed worden geïsoleerd. Vergeleken met een uitgangssignaal van 0-10 V voorkomt dit echter dat de sensor in serie wordt geschakeld met een enkele kabelinfrastructuur.
5. Ontvangstnauwkeurigheid
Bij het zenden vanaf de druksensor kan de voltmeter het 0-10 V-signaal aan de ontvangende kant gemakkelijk interpreteren. Bij een uitvoer van 4-20 mA kan het signaal pas worden gelezen nadat de ontvanger is omgezet in spanning. Om dit signaal om te zetten in een spanningsval wordt op de uitgangsklem een weerstand in serie geschakeld. De nauwkeurigheid van deze weerstand is van groot belang voor de meetnauwkeurigheid van het ontvangen signaal.